zitplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zit·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zit ww en plaats zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zitplaats | zitplaatsen |
verkleinwoord | zitplaatsje | zitplaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
- een plaats waar men kan zitten
- Dit theater telt driehonderd zitplaatsen.
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zitplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zitplaats" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be