Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zink·be·dek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zinkbedekking zinkbedekkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zinkbedekkingv

  1. van zinkplaten gemaakte dakbedekking van een gebouw
  2. laagje zink dat is aangebracht als roestwerend middel
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen