zilverspar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zilverspar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɪlvərˌspɑr / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zil·ver·spar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zilver bn en spar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zilverspar | zilversparren |
verkleinwoord | zilversparretje | zilversparretjes |
Zelfstandig naamwoord
de zilverspar m
- (coniferen) benaming voor naaldbomen uit het geslacht Abies
- In Europa komen zilversparren voornamelijk in de Alpen en Bohemen en op de Balkan in het wild voor.
Vertalingen
1. benaming voor naaldbomen uit het geslacht Abies
Gangbaarheid
- Het woord zilverspar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zilverspar" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be