Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zil·ver·po·pu·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zilverpopulier zilverpopulieren
verkleinwoord zilverpopuliertje zilverpopuliertjes

Zelfstandig naamwoord

de zilverpopulierm

  1. (plantkunde) witte abeel, Populus alba  , een boom van het populierengeslacht
     Een der beste, en in alle soorten van zandgrond wel tierende boomen, is de zilverpopulier of Abeel, te meer aanbevelenswaardig, omdat deszelfs hout niet wurmt, zoo als zulks met de Canadasche populieren en willigen niet zelden plaats grijpt[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Bernardus Didericus Gijsbertus Wardenburg
    “Verhandeling over de beste wijze, op welke, door de ontginning der woeste zand- en veengronden” (1829), J. Oomkens, Groningen, p. 102 op delpher.nl