Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·aan·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijaanzicht zijaanzichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zijaanzichto

  1. iets zoals het er van opzij uitziet
    • Het vooraanzicht zag er mooi uit, maar het zijaanzicht was niet zo mooi. 

Gangbaarheid