ziekzoeker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ziekzoeker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈziksukər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ziek·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekzoeker | ziekzoekers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ziekzoeker m
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ziekzoeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.