ziekteverzekeraar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ziek·te·ver·ze·ke·raar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekte zn en verzekeraar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekteverzekeraar | ziekteverzekeraars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ziekteverzekeraar m
- bedrijf dat ziektekostenverzekeringen verkoopt
- ▸ Ziekteverzekeraar CZ is boos op Novartis. „We hebben sterk het gevoel dat er misbruik wordt gemaakt van de mogelijkheden om de prijs op te drijven”, reageert een woordvoerder. CZ vindt het een geval van ’valsspelen’.[1]
- ▸ Spark maakte ook bekend dat de onderneming al overeenkomsten heeft gesloten met enkele ziekteverzekeraars voor de vergoeding van het middel.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. bedrijf dat ziektekostenverzekeringen verkoopt
Gangbaarheid
- Het woord ziekteverzekeraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “’Novartis verZESvoudigt prijs kankermedicijn’” (09 jan. 2019), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Nico Tanghe“Nieuw medicijn tegen blindheid kost 425.000 dollar… per oog” (04/01/2018), De Standaard