Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziekt

Werkwoord

vervoeging van
zieken

ziekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieken
    • Jij ziekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieken
    • Hij ziekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zieken
    • Ziekt!