Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·ze·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenzegen ziekenzegens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekenzegenm

  1. (religie) binnen de rooms-katholieke kerk: zegen die men de zieken geeft door handoplegging binnen de rooms-katholieke kerk

Gangbaarheid


Verwijzingen