ziekenhuisverblijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·ver·blijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en verblijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuisverblijf | ziekenhuisverblijven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het ziekenhuisverblijf o
- de periode waarin iemand in een ziekenhuis opgenomen is.
- Hoe lang duurt eigenlijk een ziekenhuisverblijf na de bevalling?
Gangbaarheid
- Het woord ziekenhuisverblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.