ziekenhuispsychiatertje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·psy·chi·a·ter·tje
Zelfstandig naamwoord
het ziekenhuispsychiatertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ziekenhuispsychiater
het ziekenhuispsychiatertje o