ziekengeldkas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·geld·kas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekengeld zn en kas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekengeldkas | ziekengeldkassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) hoeveelheid geld dat dient om zieke mensen een inkomen te verschaffen
Gangbaarheid
- Het woord ziekengeldkas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.