zevenhonderddertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·der·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de zevenhonderddertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zevenhonderddertig

Gangbaarheid