Nederlands

 
zenuwstelsel
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·nuw·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zenuwstelsel (zenuwstelsels)
verkleinwoord (zenuwstelseltje) (zenuwstelseltjes)

Zelfstandig naamwoord

het zenuwstelselo

  1. (anatomie) het orgaansysteem dat bij dieren een coördinerende rol speelt bij alle handelingen, zoals het aansturen van de spieren, het verwerken van zintuiglijke prikkels en bij hogere diersoorten de emotionele en cognitieve processen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be