zendtijdindeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zend·tijd·in·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zendtijd en indeling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zendtijdindeling | zendtijdindelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zendtijdindeling v
- (media) de indeling van zendtijd, de toekenning van bepaalde hoeveelheden zendtijd aan radio- of televisieomroepen
- De NPS was ontevreden met de zendtijdindeling.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zendtijdindeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.