zelfwording
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfwording (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·wor·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en wording [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfwording | zelfwordingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zelfwording v
- het ontstaan van levende uit niet-levende substantie, spontane generatie
Gangbaarheid
- Het woord zelfwording staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.