zelfverdedigingsmacht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ver·de·di·gings·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfverdedigingsmacht zelfverdedigingsmachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfverdedigingsmachtv / m

  1. (militair) leger dat alleen maar het grondgebied van een land mag beschermen tegen een aanval maar niet buiten de eigen landsgrenzen mag opereren
     De Japanse grondwet werd in 1947 door de geallieerden opgesteld. Volgens artikel 9 mag Japan officieel geen leger hebben. Desalniettemin richtte Japan in 1954 een Zelfverdedigingsmacht op, maar het was voor deze organisatie lange tijd verboden om buiten het eigen land in actie te komen.[1]
  2. (militair) paramilitaire organisatie die is opgericht door een bevolkingsgroep met als doel zichzelf te beschermen tegen aanvallen
     Het gaat volgens een zegsman van de Iraaks-Koerdische autoriteiten in Arbil om 50 kinderen, 70 vrouwen en 80 jongens of bejaarden. De ontvoerden werden op twee verschillende plaatsen, in de buurt van Zumar en in de buurt Sinjar, bevrijd door peshmerga's (de strijders van Koerdisch Irak) en een andere Koerdische militie, de Zelfverdedigingsmacht van Sinjar.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Conservatieven: Japan heeft krijgsmacht nodig” (04-05-2012), Tubantia
  2.   Weblink bron “Pershmerga's bevrijden honderden ontvoerde yezidi's in Irak” (03-11-2014), Tubantia