Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeilvereniging zeilverenigingen
verkleinwoord zeilverenigingetje zeilverenigingetjes

Zelfstandig naamwoord

de zeilverenigingv

  1. een organisatie die zeilenthousiasten bundelt
    • Hij was al enige tijd lid van deze zeilvereniging. 

Gangbaarheid