Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeilt

Werkwoord

vervoeging van
zeilen

zeilt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeilen
    • Jij zeilt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeilen
    • Hij zeilt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeilen
    • Zeilt!