• zeg aan
vervoeging van
aanzeggen

zeg aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeggen
    • Ik zeg aan. 
  2. gebiedende wijs van aanzeggen
    • Zeg aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeggen
    • Zeg je aan?