zeewezen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·we·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en wezen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeewezen | - |
verkleinwoord | - | - |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeewezen | zeewezens |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het zeewezen o
- al de maritieme zaken
- Geïnteresseerden in het zeewezen zullen gesmuld hebben van de tv-documentaire over de duikexpeditie.
- Personeelsleden van het zeewezen zijn een stakingsactie begonnen.
- een levensvorm die in zee voorkomt
- Het is best mogelijk dat er nog fikse zeewezens in de diepe oceaan rondzwemmen waar wij geen weet van hebben.
Vertalingen
1. al de maritieme zaken
Gangbaarheid
- Het woord zeewezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.