Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·vaar·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van zee en de stam van varen met het achtervoegsel -der
enkelvoud meervoud
naamwoord zeevaarder zeevaarders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zeevaarderm

  1. (beroep) iemand die voor zijn beroep de zee bevaart
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid