zeespiegelrijzing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·spie·gel·rij·zing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeespiegelrijzing zeespiegelrijzingen
verkleinwoord zeespiegelrijzinkje zeespiegelrijzinkjes

Zelfstandig naamwoord

de zeespiegelrijzingv

  1. een verhoging van het gemiddeld peil van de zee
    • Het einde van de laatste ijstijd ging met een filkse zeespiegelrijzing gepaard. 

Gangbaarheid