Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·bio·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeebioloog zeebiologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zeebioloogm

  1. (wetenschap), (beroep) iemand die zich toelegt op de studie van het leven in zee
    • Hij wil zeebioloog worden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid