Nederlands

 
Een zee-egel
Uitspraak
Woordafbreking
  • zee-·egel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zee-egel zee-egels
verkleinwoord zee-egeltje zee-egeltjes

Zelfstandig naamwoord

de zee-egelm

  1. (stekelhuidigen) op de zeebodem levend bol-, hart- of schijfvormig stekelig ongewerveld diertje dat behoort tot het fylum stekelhuidigen (Echinodermata)
Schrijfwijzen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be