Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zat·lap·pe·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zatlapperij zatlapperijen
verkleinwoord zatlapperijtje zatlapperijtjes

Zelfstandig naamwoord

de zatlapperijv

  1. het bij regelmaat dronken zijn
    • Die zatlapperij is slecht voor je gezondheid. 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be