Spaans

Werkwoord

vervoeging van
zapatear

zapateasen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van zapatear
vervoeging van
zapatearse

zapateasen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van zapatearse