zangspel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zang·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zang en spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangspel | zangspelen |
verkleinwoord | zangspelletje | zangspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
het zangspel o
- (muziek) een verhaal dat verteld wordt door een verteller, waarbij de scènes door zangers worden gezongen.
- Het zangspel werd opgevoerd door een zanggezelschap.
- (onderwijs), (muziek) een spel met zang.
- De schooljuffrouw deed met de kinderen een zangspel.
Gangbaarheid
- Het woord zangspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.