zangduo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zang·duo
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zang zn en duo zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangduo | zangduo's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zangduo o
- twee mensen die samen zingen
- „Ze kan er echt niet omheen, 88 jaar, maar ze ziet er nog steeds top uit. Ik ben trots op je”, schrijft Joling bij verschillende foto’s van het familiefeest in een café in Schagen, waar werd opgetreden door zangduo Saskia & Serge.[1]
- In de rubriek Hoe Gaat Het Nu Met spreekt VROUW met zangeres Suzanne Klemann, bekend van het zangduo Loïs Lane. Samen met haar zus Monique brak Suzanne door in de jaren '90.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zangduo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zangduo" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Telegraaf 24 aug. 2017
- ↑ de Telegraaf 14 jul. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be