Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandplaat zandplaten
verkleinwoord zandplaatje zandplaatjes

Zelfstandig naamwoord

de zandplaatv / m

  1. een ondiepe plek van zand op de bodem van een water
    • Op de zandplaat lagen de zeehonden te zonnen. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be