Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandland zandlanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zandlando

  1. een land met veel zand
     ,,Nederland is een strand- en zandland. Iedereen kent het gevoel wel om met z’n vader, moeder of kind een zandkasteel te bouwen en moois te creëren met zand’’, stelt Van Duijn, die zich heeft verdiept in de zandkunstenaars en sculpturen.[2]
  2. gebied met zandgronden

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dennis Jansen en Gudo Tienhooven
    “Nieuw op tv: zandkunstenaars in competitie” (12-04-2019), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be