zakhorloge
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zakhorloge (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zak·hor·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zak zn en horloge zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakhorloge | zakhorloges |
verkleinwoord | zakhorlogetje | zakhorlogetjes |
Zelfstandig naamwoord
het zakhorloge o
- een uurwerk bedoeld om op zak te dragen
- In de negentiende eeuw was een gouden zakhorloge een statussymbool.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zakhorloge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.