Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ken·tijd·schrift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakentijdschrift zakentijdschriften
verkleinwoord zakentijdschriftje zakentijdschriftjes

Zelfstandig naamwoord

het zakentijdschrifto

  1. een regelmatig verschijnende publicatie die zich op het zakenleven richt
    • Dit zakentijdschrift had een interessant artikel over de representatie van vrouwen als professionals. 

Gangbaarheid