Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ken·ka·bi·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakenkabinet zakenkabinetten
verkleinwoord zakenkabinetje zakenkabinetjes

Zelfstandig naamwoord

het zakenkabineto

  1. een kabinet van bewindslieden wier doel is eerder de lopende zaken te behartigen dan om een bepaald politiek programma uit te voeren
    • Na de mislukte formatiepogingen werd besloten een zakenkabinet samen te stellen. 

Gangbaarheid