zakencentrum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·ken·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaken en centrum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakencentrum | zakencentra zakencentrums |
verkleinwoord | zakencentrumpje | zakencentrumpjes |
Zelfstandig naamwoord
het zakencentrum o
- een deel van het centrum van een stad waar een hoge concentratie aan bedrijven en kantoren gevestigd is
- Vroeger was dit het zakencentrum, maar nu ligt dat verder naar het westen.
Gangbaarheid
- Het woord zakencentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.