zaalhandbal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zaalhandbal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zaal·hand·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaal en handbal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaalhandbal | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het zaalhandbal o
- handbal dat gespeeld wordt in een zaal
- Het zaalhandbal kon toch doorgaan, ondanks de slechte weersomstandigheden.
Gangbaarheid
- Het woord zaalhandbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.