Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaal·ge·luid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaalgeluid zaalgeluiden
verkleinwoord zaalgeluidje zaalgeluidjes

Zelfstandig naamwoord

het zaalgeluido

  1. het geluid van een zaal
    • De vorm van de zaal heeft grote invloed op het zaalgeluid. 

Gangbaarheid