zaaibed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaai·bed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaai ww en bed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaaibed | zaaibedden |
verkleinwoord | zaaibedje | zaaibedjes |
Zelfstandig naamwoord
het zaaibed o
- een afgeperkt deel van een tuin waarop gezaaid wordt
- Het zaaibed was ingezaaid door de tuinman.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zaaibed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaaibed" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be