zaadpacht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaad·pacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaad en pacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaadpacht | zaadpachten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het pachten van een stuk land waarbij de pacht moet worden voldaan in een bepaald deel van de oogst
- In de Middeleeuwen was zaadpacht een gebruikelijk verschijnsel.
Gangbaarheid
- Het woord zaadpacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.