yam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- yam
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘eetbare wortelknol’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1695 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | yam | yams yammen |
verkleinwoord | yammetje | yammetjes |
Zelfstandig naamwoord
de yam m
- een tropisch voedselgewas
- Vooral in Nigeria wordt de yam als volksvoedsel gegeten.
Gangbaarheid
- Het woord yam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "yam" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "yam" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Woordafbreking
- yam
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Fula van het woord "nyami" (= eten).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
yam | yams |
Zelfstandig naamwoord
yam
Synoniemen
- sweet potato (VS)
Twi
Zelfstandig naamwoord
yam
Xhosa
Bezittelijk voornaamwoord
yam
- vorm van -m, verwijzend naar een eerste persoon enkelvoud in bezit van een woord van klasse 9 : mijn
yam