Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woord·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woordvoering woordvoeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de woordvoeringv

  1. de activiteit van het woordvoerder zijn en het woord voeren voor een organisatie of andere mensen