Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woor·den·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woordenspel woordenspelen
woordenspellen
verkleinwoord woordenspelletje woordenspelletjes

Zelfstandig naamwoord

het woordenspelo

  1. taalgebruik waarbij gespeeld wordt met de vorm van woorden (klank, contaminatie, spelling e.d.) en/of met de betekenis ervan

Gangbaarheid