woordenaarster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woordenaarster (hulp, bestand)
- IPA: /ˈwordənarstər/
Woordafbreking
- woor·de·naar·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van woordenaar met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordenaarster | woordenaarsters |
verkleinwoord | woordenaarstertje | woordenaarstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de woordenaarster v
- (beroep) een vrouw die woordenboeken maakt
- De met de regelmaat van een klok verschijnende werken van woordenaarster Nicoline van der Sijs werden met dezelfde regelmaat besproken in ons blad. [1]
- een vrouw die veel met woorden bezig is
Gangbaarheid
- Het woord 'woordenaarster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.