woonwinkelketen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woon·win·kel·ke·ten
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van woonwinkel en keten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonwinkelketen | woonwinkelketens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bedrijf) winkelketen die zich richt op het verkopen van materialen en meubelen voor de inrichting van woningen
- De woonwinkelketen had tot gisteren alleen Zeeuwse vestigingen in Goes en Middelburg.[1]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'woonwinkelketen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Veel drukte bij opening Jysk in Oostburg, Provinciale Zeeuwse Courant, 21 juni 2017