Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·land·be·gin·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonlandbeginsel woonlandbeginsels
woonlandbeginselen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het woonlandbeginselo

  1. (juridisch) het beginsel dat een buitenlandse werknemer in Nederland in aanmerking komt voor bepaalde overheidsgelden volgens het stelsel dat geldt in het land waar hij vandaan komt

Gangbaarheid