woon-zorgcentrum
Niet te verwarren met: woonzorgcentrum |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woon-zorgcentrum (hulp, bestand)
- IPA: / wonˈzɔrəxˌsɛntrʏm / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- woon-zorg·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woon-zorgcentrum | woon-zorgcentra woon-zorgcentrums |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het woon-zorgcentrum o
- geheel van voor ouderen bestemde afzonderlijke woningen en meer gezamenlijke huisvesting die zo op korte afstand van dezelfde dienst- en zorgverlening gebruik kunnen maken
- instelling die ouderen zowel huisvesting als zorg kan bieden
Opmerkingen
- Soms wordt de doelgroep verruimd men andere groepen die zorg nodig hebben.
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord woon-zorgcentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ woon-zorgcentrum / woonzorgcentrum op website Taalnet: vrt.be; geraadpleegd 2017-10-06