woon-zorgappartement
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woon-zorg·ap·par·te·ment
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van wonen ww, zorg zn en appartement zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woon-zorgappartement | woon-zorgappartementen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het woon-zorgappartement o
- woning voor mensen die min of meer zelfstandig kunnen wonen maar ook een zorgindicatie hebben
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'woon-zorgappartement' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.