Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • won aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanwinnen

won aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanwinnen
    • Ik won aan. 
    • Jij won aan. 
    • Hij, zij, het won aan. 


Gangbaarheid