wolfskers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wolfs·kers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wolfskers | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) (medisch) Atropa belladonna plant waarvan vooral de bessen zeer giftig zijn die echter in geringe dosering medische toepassingen heeft
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wolfskers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wolfskers" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] wolfskers in het Nederlands Soortenregister N
- [1] wolfskers op Wikidata
- [1] wolfskers op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wolfskers op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be