Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wit·vleu·gel·koet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witvleugelkoet witvleugelkoeten
verkleinwoord witvleugelkoetje witvleugelkoetjes

Zelfstandig naamwoord

de witvleugelkoetm

  1. (kraanvogelachtigen) Fulica leucoptera   een vogel uit de familie van de rallen en het geslacht koeten (Fulica). Deze soort komt voor in moerassen en meren in zuidelijk Zuid-Amerika, inclusief de Falklandeilanden, met een bereik tot noordelijk Bolivia en zuidelijk Brazilië
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie